``Ik doe steeds minder en luister steeds meer``

Uitdagende woorden van Rudi Westendorp. Hij was op 6 mei te gast om zijn visie op reablement te delen met de deelnemers aan het project Langer Zelfstandig met reablement in Apeldoorn. We kennen de hoogleraar ouderengeneeskunde allemaal van zijn motto dat ook te vinden is op deze site en in onze flyers. Reablement staat voor: We nemen niet over wat mensen zelf kunnen; we helpen mensen opnieuw te leren wat ze niet meer kunnen; we zorgen samen voor een oplossing voor wat overblijft. Op deze inspirerende ochtend heeft Rudi Westendorp twee filosofen bij zich om zijn visie op reablement te verhelderen.

Rudi: “Ik heb er veertig jaar over gedaan om de Deense filosoof Søren Kierkegård te begrijpen als hij zegt: “Wanneer je werkelijk wil slagen om iemand op weg te helpen, dan moet je er allereerst voor zorgen de ander te vinden waar hij is en daar te beginnen.” Kort gezegd: het gaat om de ander, maar we hebben de neiging om van onszelf uit te gaan.

En het ís ook moeilijk om iemand te zien lijden, dat wekt de reflex om te handelen, te gaan zorgen. Maar op een hulpvraag hoeft zorg niet het antwoord te zijn. We vullen in en denken dat we wel weten wat er nodig is. Maar dan verliezen we uit het oog wat de patiënt nou echt wil. En daarom zegt Rudi: “Ik doe steeds minder en luister steeds meer. Ik denk dat ik daardoor steeds effectiever wordt.”

Reablement in beeld
Reable Nederland heeft een mooi animatiefilmpje gemaakt, wat de deelnemers heel herkenbaar vinden: “Dit is wat we willen en soms denken we dat we het al doen, maar de praktijk is weerbarstig” en “We zijn opgeleid als professional en daarin zijn we wat doorgeschoten. We doen al snel te veel. Hoe kunnen we onszelf weer weg-organiseren?

Vijf regels voor een goed gesprek
De tweede filosoof die Rudi Westendorp vandaag citeert is David Ellerman. Hij stelde vijf regels op om te helpen op een manier die de autonomie van de hulpvrager respecteert.

  1. Sluit aan bij de persoonlijke situatie van de hulpvrager (niet met een schone lei)
  2. Kijk door de ogen van de hulpvrager (niet door eigen ogen)
  3. Zorg kan niet aan een hulpvrager worden opgelegd (want dat schendt de autonomie)
  4. De hulpvrager kan zorg niet afdwingen (want dat schept afhankelijkheid)
  5. De vrager zit in de bestuurdersstoel (het basisidee achter autonome zelfsturing)

En de deelnemers oefenen dit ook. Het levert meteen inzichten op. Hoe prettig het is als jij – in de rol van hulpvrager – merkt dat de hulpverlener de regie bij jou houdt. En hoe ingewikkeld het in de rol van hulpverlener is als een dochter bij het gesprek met de oudere aanwezig is en zegt dat er echt wel wat aan de hand is? Probeer in gesprek te blijven met de oudere is het advies, je lost het conflict niet op met poetsen en wassen. Kun je het accepteren als iemand helemaal niets meer wil? Kun je je eigen normen en waarden opzij zetten als de keuzes die iemand maakt indruisen tegen jouw principes?

Goed bezig!
Er is enthousiasme, er is ongeduld en hier en daar koudwatervrees onder deelnemers. Gaat het wel werken, deze aanpak? Rudi Westendorp relativeert. Jullie hebben in Apeldoorn de eerste twee, drie stappen gezet. Verandering teweegbrengen gaat niet vlug. Voor de moeilijke casussen moet je niet in maanden danken, maar in jaren. Jullie werken heel goed hier in de regio! ”We moeten heel veel met elkaar blijven praten waar we naartoe willen en hoe we daar (zwalkend) terechtkomen. Wat we goede hulpverlening vinden – als hulpverlener en hulpvrager.”